Op vakantie zijn is leuk, op vakantie gaan is een gedoe. Met een paar flinke fietsdozen in een busje en een twee Ikea tassen vol met fietstassen reden we om 10.45 uur naar Schiphol. ”Door drukte en personeelstekort duurt het wat langer. Bedankt voor uw begrip”, schalde uit de speakers. Het klopte. Net als bij de Efteling slalomde we door de ellenlange rijen heen, zowel bij de incheck als bij de douane. Marja werd eruit gepikt en werd overal gefouilleerd. “Kleed u zich maar even helemaal uit”, ontbrak nog net. Efin, na een kort inwendig onderzoek…
Welk vliegveld?
Toen we renend bij de gate arriveerden stond Olso niet meer op de display. Sandeford verscheen. We vroegen het even na. We vlogen op een vliegveld 120 km onder Oslo in plaats van de airport 30 km erboven! Oei, daar hadden we niet op gerekend. Hadden we nu toch maar geboekt bij Fokelien Rijnja… Gelukkig hadden we geen eerste overnachting geregeld, maar het was ff schakelen. Sandefjord is een fijn kneuterig vliegveld, waar af en toe eens een vliegtuig land of opstijgt.
Fietsdoos
De fietsdozen konden zelfs op het vliegveld blijven staan, net als het verpakkingsmateriaal. Dat was op het grote vliegveld nooit gelukt. Het moest kennelijk zo zijn. Het scheelt in ieder geval gedoe voor de terugvlucht. De KLM wil dat een fiets netjes wordt verpakt in een fietsdoos, maar deze zijn buiten Schiphol lastig te verkrijgen. Het kost dan zomaar een dag om het te organiseren, maar dat niet alleen, ze zijn zo onhandig groot.
Hostelperikelen
Om 18.30 uur reden we, met weer geassembleerde fietsen, van het vliegveldje weg, het regende licht. “Waar zullen we eens naar toe gaan?” Het was wel meteen leuk fietsen. De Noorse houten huizen in een glooiend landschap. 26 kilometer verder in Tonsberg bleken de drie hotels vol en sloeg de kerkklok 21.00 uur. Het Pelgrimhostel bleek oplossingsgericht en plaatste het aanwezige handbalteam in minder kamers en zo konden wij alsnog terecht. Een prachtige sfeervolle plek in Noorse stijl. De pizza’s van het handbalteam werden met ons gedeeld. We keken elkaar aan. Het komt altijd goed!
Gaan met die banaan
De volgende morgen kregen we bij vertrek een heus uitzwaairitueel van de vriendelijke hostel eigenaresse Margaretha. De zondagsrust blijkt goed in ere te worden gehouden, geen winkel is open. De speurtocht naar eten was gestart. Bij benzinestations waren wel snacks, maar verder geen knap eten of een banaan te krijgen. Het toeval wilde dat we spontaan bananen kregen aangeboden van een Nederlands stel, die twee jaar gaan fietsen door Europa. We staken bij Horten het Oslofjord over met een veerpont en reden verder door een fraai, afwisselend en glooiend landschap. Op de lelijke camping langs de E6, waar we ‘s avonds belanden, ontmoeten we een paar overbeladen Franse fietsers. Ze zijn nu twee maanden van de zes onderweg en het thuisfront maar denken dat twee maanden lang is…

